Rond het knetterende haardvuur van Mentor ontmoeten drie helden mekaar voor het eerst: Ahnuld de barbaar, Jaques de dwerg en Marsu... Marsepili... "Marcel" de elf. Ze krijgen al terstond drie queestes voorgeschoteld om uit te kiezen met de belofte van de Keizer zelve dat ze na drie vervulde queestes tot Kampioen van het Rijk zullen geslagen worden en niet alleen goud maar ook toegang tot enkele exclusieve gildes zullen verkrijgen. Heer Ragnar blijkt ontvoerd, het goud van Prins Magnus gestolen en de persoonlijke tovenaar van de Keizer verdwenen. De helden wegen hun prioriteiten af en kiezen vrij unaniem voor:
Het goud van Prins Magnus
Op weg naar de hoofdstad werd een karavaan overvallen en wel drie kisten vol goud gestolen! Een bende orks uit de Zwarte Bergen wordt hiervan verdacht. Ze zouden tevens geleid worden door Gulthor, een machtige chaoskrijger. Na een lange reis bereiken de drie helden de schuilplaats van de orks en dalen af in de donkere diepten...
Zoals te verwachten blijkt het schuilhol vergeven van de orks en goblins, en er dwalen verwerpelijke fimirs rond die al wel eens onoplettende avonturiers in de rug bespringen (dwalend monster). Sommige orks zijn erg bedreven in de gevechtskunsten en het duurt even voor ze neergaan (gestoord zwarte schilden rollen op verdediging).
De elf is bij de pinken en vindt een geheime doorgang via een geheime schakelaar in een boekenkast. Helaas komt er ook een fimir uit de kast als de dwerg deze verder doorzoekt op schatten...
De fimir komt schaamteloos uit de kast!
Via een lange gang en nog een meute orks (en laffe valstrikken die de dwerg met wisselend succes onschadelijk maakt) bereiken de helden de centrale kamer. De elf opent de deur en de schrik slaat hem om het hart als hij ziet dat daar zich niet alleen de gestolen kisten bevinden maar dat deze ook bewaakt worden door de gevreesde Gulthor en een kleine meute orks, goblins en ook weer een fimir! Hij bedwingt z'n angst en chargeert de kamer in, gevolgd door z'n kompanen...
Ieder pakt één kist vol goud en moeizaam werken de helden zich weer een weg richting uitgang. De elf valt nog in een put in een doodlopend stuk gang maar verder volgen geen incidenten meer.
Mentor is onder de indruk, ook omwille van het feit dat niet één held besloot het goud zelf te houden (250 goudstukken per kist tegenover een gezamenlijke 200 goudstukken voor de voltooide queeste) en hierdoor de vogelvrijheid te riskeren. In de stad wordt stevig gewinkeld (onder andere een helm voor de barbaar en een geniepige staf voor de elf) en na enkele dagen gerust te hebben en wonden gelikt zitten de drie weer bij mentor rond het haardvuur. Van de tovenaar nog steeds geen spoor.
Een nieuwe queeste is beschikbaar: het Chaos bolwerk, alwaar ook grof goud te verdienen is wegens premies per kop van de monsters. De barbaar is van mening dat ze daar nog niet klaar voor zijn en er wordt besloten de krachten te verenigen voor:
De verdwenen tovenaar (origineel: De stenen jager)
Karlen, de persoonlijke tovenaar en raadsheer van de Keizer zelve, blijkt vermist! Gevreesd wordt dat hij wordt gevangen gehouden of bezweken zou zijn voor de machten der chaos! Het spoor leidt naar een oude ruïne alwaar de helden alweer de trap afdalen, de duisternis in...
Ze hebben de eerste kamer nog niet goed bereikt als de elf zich mistrapt en van de trap valt. Een indicatie van wat volgen zal...
De onderaardse gangen blijken vergeven van wandelende skeletten en in de centrale gangen staan enkele vreemde beelden die de dwerg de schrik van zijn leven bezorgen als ze plots bewegen en op z'n kop slaan! De helden zijn onder de indruk en verliezen vrij veel tijd in een poging de monsters te doorgronden. Uiteindelijk kiezen ze ervoor eerst de andere kant te verkennen, hetgeen hen via nog meer skeletten leidt naar een kamer vol vallen en een kist met daarop een gesofistikeerde valstrik met gifnaald. De barbaar vindt een zakje vol goudstukken en verspeelt een hele beurt met deze te tellen. De dwerg sukkelt in een valkuil tijdens een poging om deze onschadelijk te maken, maar kan met succes de gifnaald op de kist verwijderen! De elf vindt er een flesje in met een vreemde purperen vloeistof. Ondanks nauwkeurig onderzoek worden hier geen geheime deuren gevonden, de centrale gangen met de stenen krijgers dienen gepasseerd te worden. Eén van de beelden kan licht beschadigd worden ('tis but a scratch), maar dan gaat het mis. Het lijkt wel of onze helden tegen de muren zelf vechten (telkens slechts 1 hit tegenover vijf verdedigingsdobbelstenen met minstens 1 zwart schild), en die muren slaan hard terug (twee tot drie hits per beurt). Zwaargewond kiezen onze helden uiteindelijk het hazenpad, de elf dekt de aftocht en laat daarbij net niet het leven! Op miraculeuze wijze slaagt hij er zelfs in één beeld in stukken uit mekaar te doen vallen, maar het andere komt vervaarlijk naderbij. De barbaar springt over de dwerg om als eerste weer de trap naar de veiligheid te kunnen bereiken. Het mysterie rond de verdwenen tovenaar blijft onopgelost...
De beruchte "stenen jagers"
Mentor is teleurgesteld, maar opgelucht dat iedereen toch heelhuids is weergekeerd. De queeste blijft beschikbaar voor een later tijdstip. Ahnuld zegt eerst nog wat bokes te willen eten alvorens die duivelse beelden opnieuw aan te durven pakken.
Na voldoende te zijn hersteld vertrekken de helden alweer op queeste, ditmaal voor:
De redding van Heer Ragnar
Heer Ragnar, één van de machtigste ridders van het Keizerrijk, werd ontvoerd. De ork-veldheer Ulag wordt hiervan verdacht en het spoor leidt naar één van zijn buitenposten in de bergen. Menend dat ze het ergste reeds zijn tegengekomen en dat het onmogelijk erger kan worden dan wandelende beelden, dalen de helden af in de duistere gangenstelsels...
In de gangen staan irritante goblins (of zijn het kobolden?) op wacht, die geen dreiging vormen voor de elf. Van de twee mogelijke gangen wordt de meest zuidelijke gevolgd en de intuïtie van de helden blijkt onfeilbaar. In de tweede kamer vol orks wordt een geheime deur gevonden die leidt naar een soort cel bewaakt door een gemene fimir! In deze cel zit niemand minder dan Heer Ragnar, die zwaargewond blijkt te zijn. Van zodra de celdeur echter geopend wordt weerklinkt een doordringend alarm en het lawaai van openslaande deuren en voetstappen is duidelijk hoorbaar doorheen de gangen. De orks komen eraan!
Heer Ragnar hemzelf!
Alarm!
De elf neemt Heer Ragnar op sleeptouw, die ten allen koste dient beschermd te worden tegen verdere verwondingen. Ahnuld bewaakt het deurgat en na enkele groenhuiden in z'n nek te hebben gekregen vormt hij samen met de dwerg linie in de gang tegen de oprukkende orks. De elf maakt dankbaar gebruik van z'n staf om diagonaal om het hoekje assistentie te bieden.
Het eindgevecht!
Het gevecht duurt een tijdje en eist z'n tol van de helden, maar uiteindelijk zegevieren ze tegenover de groenhuiden en bereikt Heer Ragnar veilig en wel de trap naar de vrijheid! Maar de hebzucht is sterk en met de deuren die zich openden werden enkele kisten zichtbaar, nog bewaakt door goblins! De barbaar (1 levenspunt over) en dwerg (2 levenspunten) nemen één kist voor hun rekening maar durven niet meer naar schatten te zoeken uit schrik een verstopte ork in de rug te krijgen. Het levert de dwerg goudstukken en een helingsdrank op! De elf volgt de andere gang en kan zonder moeite de goblin afsteken, maar doet zich pijn aan de valstrik op de kist, die... leeg blijkt te zijn. Uiteindelijk springt er toch nog een ork van onder een tafel in z'n nek wanneer hij naar schatten zoekt, maar daartegen hebben de barbaar en dwerg Heer Ragnar al de trap op geholpen en hiermee de queeste volbracht!
Mentor is opgelucht de helden levend en wel terug te zien en geeft terstond de beloning: 200 goudstukken voor wie Heer Ragnar bevrijdde - Marcel dus - te verdelen onder meerdere helden. De elf is vrijgevig en deelt deze met z'n kameraden.
Heer Ragnar is ook niet bij de pakken blijven zitten en heeft een premie gezet op het hoofd van de vuige ork-veldheer die hem ontvoerde: Ulag!
Wordt vervolgd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten